Een bericht van oud-SB student Sabine van der Voort. Sabine heeft van 2007 tot 2011 de opleiding sport- en bewegingscoördinator op het Graafschap College gedaan. Aansluitend heeft zij de ALO gevolgd op de HAN.

Als je een land zou mogen kiezen waar je een jaar zou willen werken, wat zou dat dan zijn? Iets tropisch, misschien een land waar ze Engels spreken, misschien wel op een eiland (want daar is het alle dagen feest en drink je melk uit een kokosnoot!). Je denkt waarschijnlijk niet meteen aan China. Nou ik werk in China en ik hoor je denken: hoe kom je nou weer bij China? Voordat ik dat vertel wil ik even zeggen: China is een aanrader voor iedereen!

Mijn naam is Sabine van der Voort, 27 jaar, en ik woon in Hanghzou, China. Hier geef ik vijf dagen in de week lessen lichamelijke opvoeding op een Chinese basisschool. Mijn avontuur begon vorig jaar zomer toen ik een baan zocht. Ik heb altijd van reizen gehouden en daarom was het buitenland ook zeker een optie. Ik hoorde van een vriend dat een bedrijf in Arnhem op zoek was naar leraren die naar China wilden gaan.  In eerste instantie moest ik lachen en zei: “Ik? China?” Dat was nou niet echt mijn nummer één bestemming. Toch heb ik een mailtje gestuurd, omdat ik wel nieuwsgierig was naar wat ze te bieden hadden. Nou je raad het al, ik ben aangenomen en een paar weken later stond ik op Schiphol met een koffer, een hoop enthousiasme en nog meer zenuwen!

De stad waar ik nu woon noemen ze hier in China een middelgrote stad (lees: 9,4 miljoen mensen!). En praktisch niemand in dit land spreekt Engels. Dat is denk ik juist de reden waarom ik mijn baan zo leuk vind. Het is echt een uitdaging om alles uit te leggen en te communiceren. Soms kan dit uiteraard ook heel frustrerend zijn.

Het is echt een totaal andere wereld hier. Kinderen komen allemaal elke dag in sportuniform naar school en we beginnen de dag met ochtendsport. Dit is niet gewoon lekker tikkertje spelen op het schoolplein, dit is keihard werken! Ze moeten bijvoorbeeld een half uur lang touwtje springen of zo vaak mogelijk de bal stuiteren. De oplettende lezer zal al wel vermoeden dat dit allemaal erg individueel is en dat is het ook! Voordat ik naar China ging had ik me een beetje ingelezen over de Chinese cultuur en het eerste woord wat naar boven komt is: individualisme. Daarom heb ik er mijn missie van gemaakt om de kinderen te leren samenwerken.

Mijn dag start dus met ochtendsport voor alle kinderen. Vervolgens heb ik twee klassen in de ochtend. Ik mag dit helemaal zelf invullen, wat ik heel fijn vind. De Chinese leraren kijken soms mee om te zien wat ik aan het doen ben, omdat ze veel van de spellen die ik met de kinderen doe, zoals bijvoorbeeld tikkertje, helemaal niet kennen. Rond het middaguur hebben we een gezamenlijke lunch. Deze lunch wordt door school verzorgd en is gratis. Dit zijn niet gewoon twee boterhammen met kaas, helaas…. Het menu is elke dag hetzelfde: rijst met groente en ondefinieerbaar vlees. Ze eten hier bijvoorbeeld de kippenpoten, ja echt de póót. Na de lunch heb ik vaak nog één les in de middag. Ik woon niet op een eiland, maar een tropenrooster heb ik wel ?.

Naast de ochtendsport en de gymles bewegen de kinderen ook nog tussen de andere lessen door, in de vorm van dansen en hardlopen. Ze doen dus behoorlijk veel aan beweging, wat dit land zo interessant maakt. Overal waar je loopt en kijkt bewegen mensen buiten op straat. Ze spelen badminton of dansen op pleinen. Ik word hier heel gelukkig van!

Zoals je misschien wel kan lezen vind ik het echt heel tof in China en ik raad het iedereen die van avontuur houdt van harte aan. Ik heb hier een contract tot deze zomer. Ze hebben al gevraagd of ik nog een jaar wil blijven… Daar heb ik echter nog geen antwoord op, want ondanks dat ik het heel leuk vind, is het ook een hele andere wereld én …. ik wil ook nog meer van de wereld zien. Dus misschien volgend jaar Zuid-Amerika? Of Nieuw-Zeeland?

Reageren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *